Omroep zonder bemoeienis?

Rotterdam Dit is een p class = intro, wat zou hier in moeten staan.

Hassnae Bouazza | Zaterdag 4 september 2010 | pagina 17

Het Commissariaat voor de Media (CvdM) heeft gesproken: de zendtijdmachtiging voor de Stichting Moslim Omroep Nederland (SMON) is ingetrokken en het Commissariaat gaat alle oorspronkelijke aanvragen voor zendtijd herzien.

Dit betekent dat de Stichting Moslim Omroep (SMO) van onder andere Diyanet (het Turkse presidium voor Godsdienstzaken), Milli Görüs en de FION (Federatie Islamitische Organisaties Nederland van de omstreden Moslimbroeder Yahya Bouyafa) wederom een kans maakt. Hun dwingende eisen en intimidatiepraktijken maakten de afgelopen jaren de minste poging tot journalistiek werk onmogelijk. Nu heeft het CvdM de deur weer wagenwijd opengezet.

Het waren de intimidatiepraktijken en het onderlinge geruzie tussen de organisaties die ervoor zorgden dat SMON werd opgericht, die de taken vervolgens delegeerde aan omroep MON (Moslim Omroep Nederland) om zo journalistieke onafhankelijkheid te waarborgen. Mohammed Cheppih sloot zich met zijn Academica Islamica aan. Omroep OUMA werd geboren en daarna al heel snel ten grave gedragen.

De rest is geschiedenis. Ondanks een sluitende delegatieovereenkomst waarin staat dat partijen niet eenzijdig de samenwerking kunnen beëindigen en zij zich niet mogen bemoeien met het bestuur of de omroep, trok Cheppih zich terug. Een overeenkomst naleven en tweede viool spelen, bleek in de praktijk toch wat moeilijk vol te houden.

Het absurde is dat het CvdM meteen in paniek raakte na Cheppihs terugtrekking. Alsof de Rolling Stones plots zonder Mick Jagger kwamen te zitten. Het CvdM is bovendien zo gefixeerd op een ‘grote achterban’, dat ze nu al twintig jaar lang organisaties dwingt samen te werken die dat simpelweg niet kúnnen. Waarom volstaat het niet om te werken met journalisten en radio- en programmamakers die eerst en vooral journalist zijn in plaats van liberaal, orthodox, Turks, Marokkaans, Surinaams, sunnitisch, shi’itisch, alevitisch, vastend of niet-vastend? Zodat je niet die achterban in de vorm van allerlei aasgierende en parasiterende organisaties aan je staart hebt hangen? Enige troost is in elk geval dat ook het blanke, niet-islamitische bolwerkje van het CvdM zich schuldig maakt aan amateuristisch cliëntelisme. Zijn het eens een keer niet alleen de moslims.

Als ik eerlijk ben, vind ik zendtijd voor religieuze groeperingen nonsens. Maar de mogelijkheid wordt geboden en is veel meer waard dan de voorkeuren van al die over het paard getilde ego’s. Het was natuurlijk afwachten geweest of de nieuwe omroep eens voorbij de buurthuisreportages en rijkelijk gevulde ramadantafels was gekomen, en eindelijk eens het intellectuele debat zou zijn aangegaan met bijdragen van prominenten uit de islamitische wereld.

Want hoewel het een vorm van segregatie is, kan een moslimomroep emanciperend werken. Vooral omdat de redacties van de meeste omroepen overwegend blank zijn, met hier en daar een excuusallochtoon. De blanke media belijden slechts met de mond multiculturaliteit. Daadwerkelijk ruimte vrijmaken voor onverwachte namen en buiten de gebaande paden treden, blijkt voor vele, zichzelf op de borst kloppende Gutmenschen toch nog vele stappen te ver.

Een moslimomroep kan die leemte vullen. Mits het CvdM zich maar niet blind staart op die tweede en derde generatie die ze zo graag aan zich wil binden, of de grootte van de achterban. Mensen bereik je met goede programma’s, niet met vertegenwoordigers van allerlei organisaties.

Publicist, arabist en vertaler.

Dit artikel werd gepubliceerd in NRC Handelsblad op Zaterdag 4 september 2010, pagina 17