In Washington - Het makeover kind

Rotterdam Dit is een p class = intro, wat zou hier in moeten staan.

Margriet Oostveen | Zaterdag 4 september 2010 | pagina 51

in Washington

Wat te doen als het maakbare kind een eigen smaak krijgt? Dan is het tijd voor een afspraak met een image consultant.

Nederlandse ouders blijken volgens onderzoekers ook al te denken dat hun kinderen maakbaar zijn. In ambitieus Washington, waar het maakbare kind zo ongeveer is uitgevonden, beginnen we alweer aan een nieuw genre: het makeover kind.

Mini-me’ is het woord dat hier vaak, en met droge ogen, wordt gebruikt voor een kind. Het maakbare kind als verlengstuk van zijn ouders: toon me je nakomelingen, en ik zeg je wie je bent. Maar wat als mini-me ondanks alle moeite, en de in Washington vaak forse investering in privéscholen, toch nog dreigt uit te groeien tot, help!, zichzelf? Dan geven steeds meer succesvolle ouders het een makeover.

Het makeover kind wordt door ouders naar een ‘image consultant’ gestuurd, om het een beter uiterlijk aan te meten. De meesten zijn een jaar of tien tot dertien oud, „de leeftijd dat een kind in opstand begint te komen”, zegt Lynne Glassman – al heeft zij ook één clientje van zes. Glassman is een bekend styliste in de stad. Ongeveer tien procent van haar clientèle bestond al uit kinderen en sinds The Washington Post haar vorig jaar met twee collega’s interviewde over kindermakeovers, groeit die groep snel. Nu ouders weten dat het kán, willen ze het ook. Glassman, onomwonden: „Het zijn nooit de kinderen die om een makeover vragen. Het zijn de ouders. Volgens hen doen hun kinderen iets fout, of niet zo verfijnd als zij het zouden willen.”

D.C. telde al veel image consultants. De stad is niet meer het ‘Hollywood van lelijke mensen’, wat jarenlang een geuzenterm was. Uiterlijk is nu even belangrijk als in de rest van Amerika. Deze week nog besteedde The Washington Post een pagina aan het nieuwe haar van Hillary Clinton, en waarom het „een statement” is dat een vrouw van haar leeftijd het weer lang durft te laten groeien.

Een makeover bij Lynne Glassman bestaat uit een ‘kleurenanalyse’ (140 dollar) om vast te stellen welke kleuren het kind goed staan; een ‘gezichtsvormanalyse’ (70 dollar) om te leren welke kapsels en eventueel brillen wel en niet kunnen. Zij leert kinderen hoe ze hun borsten kunnen verhullen („Diagonale lijnen!”), en hoe brede heupen („Nooit, nóóit frutsels achterop.”). Vervolgens komt Lynne Glassman desgewenst thuis ‘kledingkastchirurgie’ uitvoeren (100 dollar per uur), waarbij alles eruit vliegt wat niet spoort met haar adviezen. Daarna is zij nog in te huren als personal shopper (100 dollar per uur), om de garderobe van het kind smaakvol aan te vullen.

Heather Gary heeft op een dinsdagmiddag een afspraak bij Lynne Glassman met haar dochter Siena (11). Siena staat op het punt naar middle school te gaan, wat hier gelijk staat aan het begin van de puberteit. Er wordt door ouders dan ook met grote bezorgdheid over gesproken. Maar Siena heeft een ontroerend grote mond, duidelijk een goed stel hersens, ze omschrijft zichzelf als ‘tomboy’, en ze heeft een zwarte band in karate. „Ik haat make-up, hoor!”, kondigt ze bij binnenkomst al aan. Alles in orde dus, zou je denken.

„Nog wel”, tobt haar moeder. „Maar ik zou zo graag willen dat ze haar gevoel voor eigenwaarde bewaart.”

De dochter van de popster Madonna, Lourdes (13) kreeg deze maand haar eigen kledinglijn in warenhuis Macy’s, genaamd ‘Material Girl’. Lourdes kondigde met talent voor marketing aan dat ze in haar lijn veel kledingstukken zal opnemen die ze van haar eigen moeder niet naar school aan mag.

Toen zij zelf opgroeide, zegt Heather Gary, had je zulke dingen niet. En je had geen tv-programma’s als ‘American Idol’. „Je hoefde er niet de hele tijd betoverend uit te zien. Maar tegenwoordig staan meisjes als Siena hier onder enorme druk.”

Heather wil die druk dus eigenlijk al wegnemen voordat er sprake van is. „Ja. Ik wil dat Siena in middle school weet: ik hóef mijn haar niet te verven. Ik hóef niet de hele tijd zwart te dragen.”

Siena kletst intussen onbedorven door over haar zwarte band, zodat Lynne Glassman al een tijdje licht wanhopig in de lucht staat te zwaaien met de doeken voor de kleurenanalyse. „Of course, honey”, probeert de styliste nogmaals, „maar zullen we nu dan even bekijken of je het koele of warme type bent?”

Dit artikel werd gepubliceerd in NRC Handelsblad op Zaterdag 4 september 2010, pagina 51