De keizers van Kingston

Jamaicanen poseren op de Passa Passa, een wekelijks dansfeest in een achterstandswijk van Kingston. Jamaicanen poseren op de Passa Passa, een wekelijks dansfeest in een achterstandswijk van Kingston. Jamaicanen poseren op de Passa Passa, een wekelijks dansfeest in een achterstandswijk van Kingston. foto brian shumway hh

Rotterdam Dit is een p class = intro, wat zou hier in moeten staan.

Frank Provoost | Zaterdag 4 september 2010 | pagina 41

Criminele leiders hebben in Jamaica vaak meer te vertellen dan de overheid.

Op het parkeerterrein voor de lokale drankwinkel telt maar één ding: het spotlight. Uit de speakers knalt loeiharde dancehall. De deejay die midden op het asfalt in een partytent staat te draaien schreeuwt als een dolle. Tevergeefs: de toegestroomde massa komt maar moeizaam in beweging. Slechts een enkele fel uitgedoste feestganger durft te dansen. De rest is vooral druk met hangen, armen over elkaar, boos in het rond kijkend. Met, zoals dat heet, attitude.

Op doormidden gezaagde olievaten worden kippen gegrild. Eén boomlange rastafari lispelt ‘ganja, ganja’ en houdt lange takken wiet omhoog alsof hij boeketten rozen verkoopt. Maar de voornaamste attractie is de rondlopende cameraman. Hij richt zijn lens én felle schijnwerper één voor één op de bezoekers. Op het schamel verlichte terrein is dat een garantie voor 15 seconds of fame. Wie gefilmd wordt, begint daarom opeens wél wild te dansen, of loert juist extra stoer in de camera.

Het is het opwarmertje voor de grote ontknoping. Want de meeste bezoekers van de Passa Passa zijn op dit tijdstip – drie uur ’s nachts – nog maar net uit bed. Pas straks, als het licht wordt, zal het grootste dancehallfeest in Tivoli Gardens, een achterstandswijk in Kingston, zoals iedere week exploderen in een dampend hete sessie bubbling. Dan grijpen de jongens de meisjes bij de haren om ze vervolgens plat tegen het wegdek te duwen, tegen motorkappen van geparkeerde auto’s of tegen lantaarnpalen.

VEILIGHEID EN RECHTSPRAAK

Rivke Jaffe (32), ook net wakker, kijkt ontbijtend met een Red Bull toe. De antropologe is verbonden aan de Leidse universiteit en doet in Jamaica veldwerk naar de macht van dons: criminele leiders die in sloppenwijken steeds meer de rol van de staat overnemen. “Dons bieden burgers financiële steun en werkgelegenheid, maar ook een zekere mate van veiligheid en rechtspraak”, zegt Jaffe. Daardoor genieten ze onder de bevolking vaak grotere legitimiteit dan de overheid.

En dat is ook op Passa Passa terug te zien, én te horen. Bijvoorbeeld als de deejay tussen twee nummers door keihard brult: ‘Big up the President!” Jamaica heeft helemaal geen president, legt Jaffe uit, maar een premier. The President is de bijnaam van de grootste don van het land: Christopher ‘Dudus’ Coke. Hij is afkomstig uit Tivoli Gardens en geldt daar als een succesvol zakenman en weldoener die zich op alle niveaus (veiligheid, scholing, liefdadigheid) inzet voor de gemeenschap. Met zijn bedrijf Presidential Click heeft hij Passa Passa tot het grootste dansfeest in de open lucht gemaakt. Zijn heldenstatus is alomtegenwoordig: hij wordt opgehemeld in graffiti, muurschilderingen en reggae- en dancehallnummers. Als je het de feestgangers op Passa Passa vraagt, zeggen ze allemaal hetzelfde: dankzij Dudus is Tivoli Gardens ‘de veiligste plek in heel Kingston’.

Voor anderen geldt hij echter als een topcrimineel, verantwoordelijk voor grootschalige wapen- en drugssmokkel. Hij zou leidinggeven aan de Shower Posse, een beruchte bende die talloze tegenstanders met een regen aan kogels (‘shower’) uit de weg wist te ruimen. In de Verenigde Staten staat Dudus op de lijst van ‘most wanted’ criminelen. En daarom heeft Washington al in augustus 2009 de Jamaicaanse regering om zijn uitlevering gevraagd.

En daar begint de ellende, zegt de antropoloog. Want premier en ‘president’ zijn historisch met elkaar verweven en wederzijds van elkaar afhankelijk. “Vanaf de jaren zestig ontvingen de dons geld en wapens van de twee grootste politieke partijen – de Jamaica Labour Party (JLP) en de People’s National Party (PNP) – om ervoor te zorgen dat wijkbewoners op de juiste partij stemden. In ruil voor loyaliteit genieten de dons politieke bescherming en financiële steun.” Dat verklaart de pogingen van premier Golding om de uitlevering te vertragen.

Want op het moment dat Jaffe toekijkt hoe Tivoli Gardens staat te swingen, in april 2010, zit er allesbehalve schot in de zaak. Ondanks politieke druk uit binnen- en buitenland weigert de premier het arrestatiebevel te tekenen en het uitleveringsproces in gang te zetten. Jaffe: “Er gaan geruchten dat de CIA in Tivoli naar Dudus op zoek is, dus het leek me niet verstandig om nu hier vragen over hem te gaan stellen.” Het gerucht is inmiddels al verwerkt in muziek. Een bekend dancehallnummer begint met een toneelstukje waarin een onnozele CIA’er met een overdreven Amerikaans accent komt informeren waar hij Mr. Coke kan vinden.

DIEPTE-INTERVIEWS

Elders in Kingston probeert de antropoloog nu na te gaan “in hoeverre de straat het wint van de staat”. In Matthews Lane, een wijk van de gevreesde maar inmiddels opgepakte don Zeeks, houdt ze diepte-interviews met bewoners, gemeenschapswerkers en andere betrokkenen. Ze vraagt hun mening over (in)formeel leiderschap en legt hun dilemma’s voor. Bij welke problemen stappen ze naar de don, en wanneer gaan ze naar de politie? Is het geoorloofd om eigen rechter te spelen? Onderzoeksassistenten uit achterstandswijken meten in tien wijken de steun voor dons en het vertrouwen in de overheid door bewoners te laten reageren op stellingen. Jaffe: “Bijna iedereen is het oneens met de stelling it’s okay to steal from rich people or businesses that are insured. Maar bij it’s okay to use violence against someone caught stealing in my community zijn de meningen wel verdeeld.”

OORLOGSGEBIED

Als eind mei premier Golding toch besluit Dudus te laten arresteren, verandert Kingston in een oorlogsgebied en moet Jaffe tijdelijk haar veldwerk staken. Bewoners van Tivoli Gardens en andere Dudus-aanhangers vergrendelen de wijk met roadblocks van kapotte koelkasten, omvergegooide busjes en vuilnis. Tijdens gewelddadige confrontaties met de politie en het leger vallen ruim zeventig doden. Pas na een maand wordt Dudus aangehouden en uitgeleverd. Voor de Amerikaanse rechtbank ontkent hij de leider van een internationaal drugskartel te zijn.

“Ik was wel een beetje van mijn apropos”, zegt Jaffe. “In Matthews Lane was ik contacten aan het opbouwen en had ik al een paar goede interviews gehad. Toen zetten soldaten opeens de wijk af met prikkeldraad, stormden huizen binnen en namen 261 mensen, bijna alle mannen, mee. Een van mijn sleutelinformanten is gevlucht naar familie op het platteland.” Toch zijn er ook voordelen. Voorheen was het not done om zomaar Dudus’ naam te noemen, een beetje zoals in Harry Potter over He-Who-Must-Not-Be-Named wordt gesproken. “Nu praat iedereen over hem. Dat is natuurlijk fantastisch.”

Op 7 september wordt het proces tegen hem hervat. Wat de uitkomst ook zal zijn, Jaffe verwacht niet dat het de machtsverhouding tussen straat en staat verandert. “De fragmentatie van dons zal toenemen. Dat leidt jammer genoeg meestal tot meer in plaats van minder geweld.”

Dit is een ingekorte en bewerkte versie van een hoofdstuk uit Reggae & Ratelslangen, ratio en emotie bij baanbrekende Leidse wetenschappers. Het boek wordt maandag gepresenteerd bij de opening van het academisch jaar in Leiden. Zie www.lup.nl

Dit artikel werd gepubliceerd in NRC Handelsblad op Zaterdag 4 september 2010, pagina 41