Groei van werkloosheid in VS valt mee en tegen

Rotterdam Dit is een p class = intro, wat zou hier in moeten staan.

Door onze redacteur Maarten Schinkel | Zaterdag 4 september 2010 | pagina 24

Iedereen in Washington kan zijn gelijk halen met de jongste Amerikaanse werkgelegenheidscijfers

De werkloosheid in de VS steeg in augustus licht, zo bleek gisteren. Toch reageerde Wall Street positief. Wat zeggen de cijfers nog, als ze opgaan in een groeiende getallenbrij?

De spindoctors van de Democraten en de Republikeinen kunnen hun messen slijpen: de Amerikaanse werkloosheid valt mee en tegen tegelijk. Nadat de financiële markten zich de hele week schrap zetten voor het werkgelegenheidscijfer over de maand augustus, dat gistermiddag werd gepubliceerd, bleek de uitkomst milder dan gedacht. Analisten hadden gemiddeld een verlies van 100.000 banen verwacht. Het bleken er slechts 54.000 te zijn. Bedrijven namen netto zelfs 67.000 mensen aan, maar dat werd gecompenseerd door het massale ontslag van meer dan 100.000 tijdelijke overheidsmedewerkers van de inmiddels afgeronde periodieke Amerikaanse census, de volkstelling, waardoor er alsnog een verlies aan werkgelegenheid resulteerde en het werkloosheidspercentage licht toenam van 9,5 tot 9,6. De werkgelegenheidscijfers van de afgelopen maanden werden daarentegen opwaarts bijgesteld.

Met de Congresverkiezingen van begin november in het vooruitzicht, waar de Democraten grote kans lopen hun meerderheid in het Huis van Afgevaardigden te verliezen, en zelfs hun numerieke overwicht in de Senaat niet meer zeker is, zijn economische groei en werkgelegenheid van groot politiek belang. President Obama’s management van het economisch herstel lijkt de belangrijkste inzet te worden bij de verkiezingen.

Onder die omstandigheden spelen economische cijfers, en dan vooral hun interpretatie, een cruciale rol. Daar is meer dan ooit gelegenheid voor, want in de cijfervijver is het steeds beter vissen. Het Britse economieblog FT Alphaville haalde woensdag een onderzoek aan waaruit bleek dat het aantal indicatoren voor de Amerikaanse economie dat maandelijks wordt gepubliceerd de afgelopen vijftien jaar is toegenomen van 20 per maand tot meer dan honderd. In plaats van gemiddeld één indicator per beursdag, krijgen beleggers er tegenwoordig gemiddeld vijf om de oren. En ofschoon de cijfers bedoeld zijn om een tijdiger en gedetailleerder beeld te geven van de toestand en vooruitzichten van de economie, is het resultaat er vaak ook een van een steeds grotere mist. De strijd tussen de bulls en de bears op Wall Street, en die tussen de Republikeinse en Democratische krachten in Washington, wordt nu dagelijks gevoed met een cijferbrij waaruit iedereen zijn gelijk kan proberen op te lepelen.

Binnen het scala van speculatieve voorlopende indicatoren, momentopnamen en harde statistische feiten behoren de gisteren gepubliceerde werkgelegenheidscijfers tot de meest vooraanstaande. Al worden ook op deze gegevens achteraf zodanige revisies gepleegd, dat het soms een wonder is dat beleggers zich zo druk maken over het meest verse cijfer, zoals dat van gisteren. Het vorige cijfer, over de werkgelegenheid in juli, bleek gisteren opwaarts te zijn bijgesteld met 75.000 banen: dat is anderhalf maal méér dan het verschil tussen verwachting en resultaat over augustus waardoor Wall Street zich gisteren liet verrassen.

Gezien het hogere slot van de aandelenkoersen, met ruim 1 procent in New York, en het licht oplopen van de rentes op de obligatiemarkten interpreteerde Wall Street de werkgelegenheidscijfers gisteren als licht positief voor de Amerikaanse economie. Dat is welkom nieuws: na een nog gezonde economische groei van 3,7 procent op jaarbasis raakte de vaart er uit, met een groei van nog maar 1,6 procent in het tweede kwartaal.

De afgelopen weken kwamen er bovendien desastreuze cijfers over de Amerikaanse woningmarkt los. Maar afgelopen woensdag verraste weer met een veel hoger dan verwachte index van inkoopmanagers, die wijst op een voortgaande economische expansie. In dat licht zijn de werkgelegenheidscijfers te karakteriseren als een meevallende tegenvaller: het is minder erg dan werd gevreesd. Maar een herstel van de werkgelegenheid kan het nog lang niet worden genoemd.

Om dat laatste te tonen krijgt het Witte Huis nog slechts één kans voor de Congresverkiezingen: het cijfer over september, dat op de eerste vrijdag van oktober wordt gepubliceerd. Het volgende komt pas op vrijdag 5 november: drie dagen te laat.

Dit artikel werd gepubliceerd in NRC Handelsblad op Zaterdag 4 september 2010, pagina 24